Het onderzoek wordt uitgevoerd na 20 tot 25 zaadlozingen na de ingreep, om te controleren of er geen zaadcellen meer aanwezig zijn. U heeft van de verpleegkundige een spermapotje en het aanvraagformulier ontvangen om het monster in te leveren. 

Het is belangrijk dat u het sperma monster verzamelt volgens de aanwijzingen op het formulier en het op tijd inlevert voor analyse. Hierdoor kan gecontroleerd worden of de ingreep succesvol is geweest en of er geen zaadcellen meer in het ejaculaat aanwezig zijn.

Opvangen van het sperma

Het sperma mag alleen worden opgevangen in het plastic potje dat u heeft gekregen. Maak het potje vooraf niet schoon, aangezien dit de steriele omstandigheden kan beïnvloeden. Breng het plastic potje vooraf op kamertemperatuur, aangezien plotselinge kou schadelijk kan zijn voor het sperma. Begin met volledig uitplassen en reinig de penis goed met water, zonder zeep, om eventuele verontreinigingen te verwijderen. Vang vervolgens het sperma op na masturbatie (zelfbevrediging met de hand) in het plastic potje. Het is belangrijk dat de gehele zaadlozing in het potje terechtkomt voor een correct onderzoek.

Sperma verkregen met behulp van een condoom of na coïtus interruptus (het vroegtijdig beëindigen van de geslachtsgemeenschap) kan niet worden gebruikt voor het onderzoek.

Zorg ervoor dat u het monster volgens de aanwijzingen op het formulier inlevert voor analyse. Het is van belang dat het sperma op de juiste manier wordt verzameld om betrouwbare resultaten te verkrijgen.

Inleveren van het sperma

Houd het potje tijdens het vervoer op kamertemperatuur. Vermijd sterk schudden, want dit werkt storend op het onderzoek. Het sperma moet binnen 1 uur na productie worden ingeleverd bij het laboratorium samen met het aanvraagformulier.

Uitslag onderzoek

De uitslag van het onderzoek gaat naar de aanvragend arts. U wordt binnen 7 dagen gebeld over de uitslag. Het kan voorkomen dat u vaker een zaadmonster moet inleveren, totdat de uitslag laat zien dat er geen zaadcellen meer aanwezig zijn.